Na twaalf jaar als manager te hebben gewerkt, maakte Stephani van Zuijlen twee jaar geleden de overstap naar het landelijk serviceteam zorg (LSZ) van Philadelphia. Als teamcoach wordt ze binnen de organisatie ingezet als hulpbron of specialist die adviseert of coacht bij vragen over leiderschap en alles wat met teamontwikkeling te maken heeft. ‘Dit werk is voor mij de kers op de taart.’
Hoe kwam je in de gehandicaptenzorg terecht?
‘Ik riep altijd dat ik niet in deze sector wilde werken, maar in de psychiatrie. Toch rolde ik erin, via vakantiewerk. Ik vond het zo leuk dat ik bleef hangen. Ik begon als activiteitenbeleider. Later studeerde ik pedagogiek, volgde ik een managementopleiding en deed ik een opleiding tot teamcoach. Daarna heb nog twee opleidingen afgerond: Ethiek in de zorg en calamiteitenonderzoeker.’
Hoelang werk je al bij Philadelphia?
‘Inmiddels bijna veertien jaar. Ik ben altijd manager geweest binnen het cluster intensieve zorg. Daar waar het ingewikkeld wordt, vind ik het interessant. Het leukste aan mijn vak vond ik het bezig zijn met medewerkers. Om ze in hun kracht te krijgen en om teams goed te laten samenwerken. Toen ik de vacature voor LSZ-consulent voorbij zag komen dacht ik: als ik nu solliciteer, kan ik hier mijn dagelijkse werk van maken. Dat heb ik gedaan en ik doe dit werk nu al twee jaar met heel veel plezier.’
Neem ons eens mee. Hoe ziet het werk van een LSZ-consulent eruit?
‘Mijn zeven collega’s en ik houden ons bezig met alles wat met teamdynamiek te maken heeft. Onze ondersteuning wordt gevraagd om uiteenlopende redenen. Bijvoorbeeld als de communicatie in een team niet goed verloopt. Maar ook als een team de volgende stap wil zetten in zelforganisatie. We zoeken naar patronen en helpen bij het vinden van duurzame oplossingen om deze te doorbreken.
Tegenwoordig zetten we steeds meer in op de rol van de manager. Die willen we in zijn of haar kracht zetten, zodat het team niet afhankelijk wordt van ons. Maar ze zelf met bepaalde processen aan de slag kunnen.
We gaan er altijd vanuit dat teams en managers hun eigen antwoorden al weten. Soms hebben ze alleen even hulp nodig van ons om dit boven water te krijgen. Er zit zoveel kennis en kracht in onze collega’s!’
Hoe verdelen jullie binnenkomende vragen?
‘Ieder van ons heeft een eigen specialisatie. Zo is mijn achtergrond als manager handig als er een manager met de handen in het haar zit. We proberen altijd een match te maken tussen expertise, afstand en ruimte in de agenda. We komen op plekken waar veel speelt. Dat is soms best intensief. Daarom kijken we ook naar vitaliteit: wie krijgt waar energie van?’
Wat is dat voor jou? Waar krijg jij energie van?
‘Collega’s zijn vaak superdruk met hun werk. In de sessies met ons hebben ze tijd om elkaar te horen. Ik vind het prachtig als mensen nieuwe dingen van elkaar ontdekken. Dat iemand zegt: “Ik had geen idee dat dit zo belangrijk voor jou was.”
Laatst ging ik langs bij een team waar ik in gedachten al best wat tijd voor had ingepland. Maar na de eerste sessie zei de manager: “Jeetje, ik heb zoveel nieuwe inzichten gekregen. Eigenlijk denk ik dat ik jullie helemaal niet meer nodig heb.” Dan kan bij mij de vlag uit. Dat is waarvoor ik het doe.’
Hoe pak je dat aan, zo’n sessie?
‘Mijn collega’s en ik hebben onze kofferbakken vol met spullen die we kunnen inzetten. Ondersteunende materialen die theorie omzetten naar praktische handvatten. Van papier tot een box met autootjes en poppetjes. We gaan nooit op pad met het idee: dit hebben we vorige week ook daar gedaan. Iedere sessie is anders. Voordat we langskomen in een team, doen we een intake online. Dan stellen we vast: wat is de hulpvraag? Gedurende een traject komen er vaak vragen bij. Dan proberen we steeds weer opnieuw af te stemmen: wat is nu echt de hulpvraag en hebben jullie daar echt het LSZ bij nodig? Anders gaan we nooit meer weg.
Onze grootste kracht is denk ik dat we als teamcoaches geen belang hebben. We zijn meervoudig onpartijdig. Dat is een groot verschil met de rol van een manager.’
Wat komen jullie het meest tegen in teams?
‘Vaak zijn de vragen heel algemeen. Help ons goed communiceren. Of leer ons feedback geven. Wij gaan dan op zoek naar de vraag achter de vraag. Wat speelt er precies? Ik weet inmiddels dat veel vraagstukken te maken hebben met de geschiedenis van een locatie.
Zo kwam ik in een team waarin veel onderling gedoe was. Samen maakten we een tijdlijn. Wat bleek: er was ooit een manager geweest die behoorlijk autoritair was. Zij liep altijd op hakken. Ze was al tien jaar weg, maar collega’s zeiden: “Nog steeds als we hakken in de gang horen, staan we op scherp.” Daar zijn we over door gaan praten. Dat zorgde voor veel opluchting. Erkenning voor hoe naar die tijd was, was nodig om het te kunnen afronden met elkaar. Ook voor een manager is dat belangrijk: we komen vaak lege stoelen tegen waar nog iemand op zit. Als een manager met veel gedoe en zonder afscheid is weggaan, kan een nieuwe manager niet zomaar op die stoel gaan zitten. Geschiedenis veeg je niet weg, maar het is goed om met elkaar te kijken: wat is er nodig om ermee om te gaan en het voortaan anders te doen?’
Wat levert jullie inzet bewoners en deelnemers op?
‘Goede zorg vraagt steeds meer van samenwerken. Wij helpen mee bij het aanbrengen van visie, structuur en focus. Als er een verstoring ligt in de samenwerking heeft dit direct gevolgen voor de directe zorg. Je merkt dan op de werkvloer dat dingen moeilijk van de grond komen. Je voelt dat het veel energie kost. Je merkt dat dingen blijven liggen, vertrouwen onder druk staat of je ziet dat steeds dezelfde mensen de kar trekken. Of er is op de locatie een enorm hoog ziekteverzuim. Het zijn allemaal signalen die vragen om aandacht. Wat willen deze signalen vertellen?
Als je deze verstoringen ontrafelt, erkent en er opnieuw mee verbindt, dan ga je dat morgen merken op de werkvloer. Denk maar eens wat gebeurt als jij je gezien en gehoord voelt. Als je niet over maar met de ander kan praten en jullie als team elkaar echt ontmoeten. Als je niet in de overlevingsstand hoeft te werken. Wat zou er dan gebeuren met je werkplezier met de kwaliteit van samenwerken en met de kwaliteit van goede zorg?’
Wat een bijzondere baan heb jij.
‘Ik heb een fantastische baan! Dit werk is voor mij echt de kers op de taart. Toen ik twee jaar geleden de overstap maakte, werd er door sommigen een beetje lacherig over gedaan. “Iedereen kan een spelletje doen met een team”, werd er gezegd. Maar dan begrijp je ons vak niet. We doen niet zomaar wat. Er zit veel theorie achter wat en hoe we het doen. Het werken met teams vraagt veel aandacht en concentratie. Je moet continu kunnen schakelen tussen alle zichtbare en niet zichtbare signalen. En je hebt soms best wat lef nodig om zaken bespreekbaar te maken.
Het is mijn persoonlijke missie om managers, die vaak enorm onder druk staan, meer tools te geven. Waardoor zij zich ontlast voelen en teams in hun kracht kunnen zetten. En ik zou graag willen dat we op meerdere plekken in de organisatie gesprekspartner worden. Wij horen en zien zo veel. Als we die kennis meer kunnen delen, kunnen we nog preventiever werken. Dat zou veel voordelen hebben.’
In ‘Mijn Vak’ laten we iedere maand een collega aan het woord over zijn of haar vak. Over wat dit werk zo leuk en bijzonder maakt. Maar ook over de uitdagingen. Wil jij ook werken bij Philadelphia?