Al 33 jaar zit Jelly Douma (54) in het vak. Ze begon haar carrière als muziektherapeut bij Philadelphia en ze werkt hier nog steeds met veel plezier. ‘Ik heb de leukste baan van de wereld!’
Hoe ben je in dit vak terechtgekomen?
‘Mijn moeder vertelde vroeger over “zwakzinnigen”, dat er mensen zijn die volwassen zijn maar die het niveau hebben van een baby. Dat vond ik zo fascinerend en interessant. Ik wist al heel snel dat ik met deze bijzondere doelgroep wilde werken. Als kind was ik altijd aan het zingen en voor Sinterklaas vroeg ik muziekinstrumenten. In de kerk vond ik het orgel het mooist. Het vak muziek inzetten om mensen te helpen past dus echt bij mij. Ik heb de opleiding creatieve therapie met als specialiteit muziek afgerond.’
Waarom koos je voor Philadelphia?
‘33 jaar geleden begon ik als stagiaire bij Philadelphia. Mijn moeder kende de moeder van Anna Blokhuis, een gedragsdeskundige die op EMB-locatie De Kloek in Vierhouten werkte. Die locatie bestaat niet meer en Anna is ondertussen met pensioen. Bij haar ben ik stage gaan lopen. In het tweede jaar liep ik stage op locatie Halfweg in Vierhouten omdat ik ook graag met mensen met autisme wilde werken. Ik heb naast Philadelphia een tijdje bij een andere stichting gewerkt en op een school. Dat vond ik ook leuk. Maar bij Philadelphia heb ik meer het familiegevoel. Een gevoel van gemeenschappelijkheid. Dat had ik toen en dat heb ik nog steeds.
Philadelphia is een dynamische organisatie. Soms moet ik er ook wel van zuchten. Dan denk ik: laat ons ons werk doen. Maar er gebeuren ook veel goede dingen. Dat de organisatie muziek omarmt, is een cadeautje voor mij. Philadelphia gelooft in de kracht van muziek. Dat dragen we uit met Philala. En daarom hebben we ook Muziek Werkt Zo! ontwikkeld. Een methodiek die je kunt inzetten in de zorg voor en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking.
Verlies en rouw is een thema dat ik vaak bij cliënten tegenkom. Omdat ik merkte dat ook begeleiders hier veel vragen over hebben, ontwikkelde ik samen met de werkgroep Verlies en Rouw een training. Ook daar is bij Philadelphia ruimte voor.’
Waar haal jij voldoening uit?
‘Ik heb echt de leukste baan van de wereld! Je kunt werken met alle niveaus en alle leeftijden. Samen zoek je uit wat iemands vraag is, wat eronder zit. Om vervolgens dingen te proberen. En uit te zoeken hoe je het beste bij iemand kan aansluiten, vanuit de muziek. Omdat muziek een non-verbale therapievorm is, sluit het aan bij onze doelgroep.
Een mooi voorbeeld is dat van een cliënt met niet-aangeboren hersenletsel. Hij huilt nooit, in plaats daarvan wordt hij boos. We maakten een lied over de onderwerpen waar de cliënt mee worstelde. Zoals de beperking, niet thuis meer kunnen wonen, niet het leven kunnen hebben dat hij voor ogen had. Zo kreeg het onnoembare woorden en het verdriet een vorm. En lukte het de cliënt om zich op een andere manier te uiten dan boos te worden.
Toen op een gegeven moment een begeleidster met wie hij het heel goed kon vinden wegging, heeft hij heel veel gehuild. Dat was zo “mooi” om te zien. Er was geen boosheid meer, nu mocht het verdriet er zijn.
Ik kwam een keer na mijn vakantie bij een cliënt met moeilijk verstaanbaar op de boerderij. Ik vraag haar waar ze wil zitten. Op een bankje in het weiland. En dan zitten we daar in het zonnetje, ik met mijn gitaar, we zingen ‘Een koetje en een kalfje’ en de koeien komen bij ons staan. Dat is prachtig.
Of dat je met een groep bent en iedereen zingt om de beurt. Het is niet de makkelijkste groep, maar iedereen luistert naar elkaar en geeft elkaar complimenten. Het is niet zomaar zingen. Het is ook wachten en luisteren, naar elkaar kijken en contact maken. Er gebeurt heel veel. Het hoeft niet mooi te zijn, maar er is respect. Dat is heel bijzonder, zeker voor deze groep cliënten.’
Welke uitdagingen kom je tegen in je werk?
‘Mijn grootste uitdaging is hoe ik kan overdragen naar de begeleiders. Op het moment dat ik de therapie afrond, kunnen zij het verder oppakken, samen met het netwerk. Begeleiders hebben veel op hun bordje dus ik moet mijn adviezen zo geven, dat het voor hen goed te doen is. Wat ik echt wel lastig vind, is om de cliënt lost te laten als ik de therapie afrond.’
Hoe kijk jij naar de toekomst?
‘Het wordt alleen maar beter. Heel lang was ik de enige muziektherapeut, nu zijn er zes. En we hebben nu een heel team met vaktherapeuten die nauw samenwerken. Bijvoorbeeld speltherapeuten of een collega die psychomotorische therapie geeft. Muziektherapie is vaak een sluitpost bij een organisatie, maar ik zie dat we bij Philadelphia alleen maar sterker worden.’
In ‘Mijn Vak’ laten we iedere maand een collega aan het woord over zijn of haar vak. Wat maakt dit werk zo leuk en bijzonder? En waar zit de uitdaging? Werk jij bij Philadelphia en wil je ook je verhaal delen? Mail dan naar servicedesk.communicatie@philadelphia.nl.