Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

‘Cliënten hebben baat bij een goede samenwerking tussen begeleiders en verpleegkundigen’

Als verpleegkundige aan de slag in de gehandicaptenzorg. Tamara Bezemer-Top zag het in eerste instantie niet zitten. Tot ze tijdens een stage haar hart verloor aan de doelgroep. Inmiddels werkt ze alweer zestien jaar bij Philadelphia. Waarvan het laatste jaar als kwaliteitsverpleegkundige. Een nieuwe functie, die volop in ontwikkeling is.

‘Ik vind deze sector echt geweldig’, zegt Tamara stralend. ‘Als ik als verpleegkundige de gehandicaptenzorg moet omschrijven, zeg ik altijd: “Het is vaak niet wat je denkt dat het is.” Als ik bij een casus betrokken word, denk ik: het zal wel die of die kant op gaan. Maar dan verdiep ik me in de casus. Door mee te kijken in het ECD en door in gesprekken met begeleiders op zoek te gaan naar de onderliggende zorgbehoefte. In veel gevallen blijkt er iets anders aan de hand dan ik in eerste instantie dacht.’

Brede blik

Doordat er vaak meerdere dingen spelen bij cliënten, ontwikkelde Tamara de afgelopen jaren een brede blik. ‘Medische klachten kunnen met het syndroom van de cliënt te maken hebben, maar ook met het ouder worden. En cliënten kunnen vaak niet aangeven wat er echt aan de hand is’, legt ze uit. ‘Neem een cliënt die zegt: “Ik heb buikpijn”. Het kan zijn dat iemand echt buikpijn heeft, maar ook dat iemand ergens heel erg tegenop ziet. Of dat iemand ergens anders pijn heeft.’

Tamara werkt graag samen met andere disciplines om tot het juiste behandelplan te komen. Waaronder met de vaak agogisch opgeleide begeleiders van de cliënt. ‘Ik ben ervan overtuigd dat cliënten baat hebben bij een goede samenwerking tussen begeleiders en verpleegkundigen. En natuurlijk met de andere disciplines. Begeleiders kennen de cliënt het beste. Zij kunnen goed aangeven als gedrag verandert. Als ze zich ergens zorgen over maken. Ik kijk dan met een verpleegkundige blik: wat kan eventueel de medische oorzaak zijn van deze verandering?’

Een functie in ontwikkeling

De functie kwaliteitsverpleegkundige is nieuw binnen Philadelphia. Binnenkort komt er nog een functie bij: de gebiedsverpleegkundige. De kwaliteitsverpleegkundigen gaan zich dan meer bezig houden met beleid, bijvoorbeeld over infectiepreventie. En met de kwaliteit van de verpleegkundige zorg in de organisatie. De gebiedsverpleegkundigen worden betrokken bij complexe casussen op locaties. Een taak die het afgelopen jaar nog bij Tamara en haar drie collega’s lag.

Een voorbeeld van zo’n complexe casus is het niet pluis-gevoel van collega’s bij een cliënt in de palliatieve fase. ‘De cliënt liep steeds slechter en viel vaker’, vertelt Tamara. ‘De collega’s maakten zich zorgen: hoe lang kan deze cliënt nog op de locatie blijven wonen? Kunnen we wel de zorg bieden die nodig is? Toen ik betrokken werd bij de casus, verzamelde ik informatie bij de begeleiders en verdiepte ik me in het dossier. Heeft de cliënt een wilsverklaring tot niet-reanimeren? Hoe zit het met de wilsbekwaamheid van de cliënt? Ik ondersteunde de collega’s door informatie over palliatieve zorg door te sturen en adviseerde fysiotherapie vanwege de problemen met lopen. Ook gaf ik het advies om de medicatie van de cliënt te evalueren. Kunnen medicijnen de oorzaak zijn van de valincidenten?’

Cliënten in kaart brengen

Een ander belangrijk onderdeel van Tamara’s werk is zorgen dat op locaties het PGO wordt ingevuld. Tamara: ‘PGO staat voor Proactief GezondheidsOnderzoek. Dit is een uitgebreide vragenlijst waarmee de gezondheid van cliënten goed in kaart wordt gebracht. Hiermee ontlasten we de huisarts. Zij kunnen sneller schakelen, doordat ze de uitvraag niet meer hoeven te doen.’

Zo weten we dat cliënten met bepaalde syndromen vanaf een jaar of vijftig snel achteruit kunnen gaan. Door een PGO in te vullen, kunnen teams zich hierop voorbereiden. ‘Mijn advies is: ga hier op tijd over in gesprek’, zegt Tamara. ‘Ook met familie. Welke wensen zijn er als iemand achteruitgaat? Welke zorg en ondersteuning is er dan nodig? En kan de locatie dat bieden?’

Om het PGO actueel te houden, is het goed om hier jaarlijks naar te kijken. Bijvoorbeeld tijdens het jaarlijks beraad. Tamara: ‘Zo signaleer je het sneller als een cliënt ander gedrag laat zien. En kan je op tijd andere disciplines inschakelen.’

Adviseren en doorverwijzen

De kwaliteitsverpleegkundigen, en straks de gebiedsverpleegkundigen, kunnen collega’s op weg helpen bij vragen op verpleegkundig gebied. Tamara: ‘Zo kunnen wij meedenken over welke ondersteuning helpend is in bepaalde situaties. Denk aan de inzet van een fysiotherapeut. Of een diëtist. Wij weten welke disciplines er in huis zijn. Samen met collega’s zoeken we de juiste weg.’

Zo werkte Tamara voor een casus samen met het pijnteam van Philadelphia. ‘De cliënt gaf veel pijn aan’, vertelt ze. ‘Collega’s worstelden met de vraag: Heeft hij echt pijn? Of stelt hij zich een beetje aan? Samen met het pijnteam gaf ik een presentatie over pijn. En adviseerde ik om te observeren op welke momenten de cliënt pijn aangaf. Wat bleek? De cliënt zei pijn te hebben als er iets niet duidelijk was. Of als hij ergens tegenop zag. Dan kun je drie keer per dag paracetamol slikken, maar daar neem je dat gevoel niet mee weg. Toen we dit doorhadden, konden de begeleiders hierop inspelen. Dat zijn voor mij de momenten waarop ik denk: dit is waarom ik dit werk doe. Als het wat oplevert voor de cliënt. Als het beter wordt.’

Op de foto zie je de vier kwaliteitsverpleegkundigen bij Philadelphia. Tamara is de derde van links.

Deel deze pagina