Een vrouw met een missie. Die omschrijving past bij Xenia Kuiper (43). De programmamanager sociale robotica zet zich al ruim 11 jaar in voor cliëntgerichte innovaties bij Philadelphia. Met hart en ziel. ‘Je bent in mijn ogen alleen nuttig bezig met innovatie als je iets ontwikkelt wat het leven van de cliënt, het leven van de verwant of het werk van de medewerker makkelijker maakt.’
Hoe kwam je bij Philadelphia terecht?
Ik heb altijd op het grensvlak van zorg en technologie gewerkt. Eerst bij een zorgverzekeraar. Tot de directeur Informatie & Automatisering van Philadelphia mij vroeg om hier met innovatie aan de slag te gaan. Mijn eerste opdrachten waren een pilot voor DigiContact en innovatie meer onderdeel maken van de ICT-afdeling. Later werkte ik onder andere aan ideeëncampagnes, waarbij collega’s innovatieve ideeën aanleverden. Met de vijf winnende ideeën gingen we aan de slag. Sinds 2016 houd ik me bezig met sociale robotica.
Hoe ziet het werk van het robotteam eruit?
We ontwikkelen gesprekken voor de robots op basis van de input van cliënten en begeleiders. Zo kunnen cliënten nu met de robots praten over allerlei onderwerpen. Denk aan relatietips, rouwverwerking, reizen met het ov, maar ook positief denken.
We hebben op dit moment 6 robot Phi’s die logeren bij cliënten. Is er een probleem met een van de robots? Dan zijn wij 7 dagen per week, van ’s ochtends tot ’s avonds bereikbaar. Naast het intensieve praktijkonderzoek analyseren we ook de data die we verzamelen. Hiervoor werken we samen met de data-afdeling van Philadelphia.
Wat is jouw rol als programmamanager?
Het grootste deel van mijn tijd besteed ik aan de begeleiding van het team. Daarnaast ben ik veel op zorglocaties om in gesprek te gaan met cliënten en begeleiders. En sta ik vaak op het podium met Phi, binnen en buiten Philadelphia. Dat laatste is heel belangrijk, om de buitenwereld te laten zien hoe wij met innovatie bezig zijn.
Toen we jaren geleden met sociale robotica begonnen, waren de reacties behoorlijk negatief. Mensen vonden het belachelijk. Verschraling van de zorg. Dat deed wat met me. Nu zijn de reacties een stuk milder. Ik geloof dat wij er mede voor hebben gezorgd dat sociale robots meer worden geaccepteerd. In de zorg én daarbuiten. Dat doet me heel goed.
Waar komt jouw drive om te innoveren vandaan?
Ik hou ontzettend veel van mensen. Je bent in mijn ogen alleen nuttig bezig met innovatie als je iets ontwikkelt wat het leven van de cliënt, het leven van de verwant of het werk van de medewerker makkelijker maakt. Daarom kun je het beste innoveren mét degene voor wie je het doet. Bij de zorgverzekeraar waar ik hiervoor werkte wist ik op een gegeven moment niet meer wie dat was. Bij Philadelphia hebben mijn teamleden en ik dagelijks contact met cliënten, zorgmedewerkers en verwanten. Het is echt mensenwerk.
Ik doe graag dingen anders. Ik herken me in de inspirerende quote: “Iedereen wist dat het niet kon, tot er iemand kwam die dat niet wist.” Heerlijk vind ik het om me zo te voelen. Al is het soms ook frustrerend.
Waar zit de uitdaging in jouw werk?
Als robotteam hebben we verschillende aandachtspunten. Rond privacy en dataveiligheid, maar ook op pedagogisch en ethisch vlak. Hoe langer we een robot inzetten bij een cliënt, hoe meer de cliënt en de robot een band opbouwen. Daarom is het belangrijk om te weten waar Philadelphia naartoe wil met sociale robotica. Om de juiste verwachtingen te scheppen.
Eigenlijk zit ik constant in een spagaat. Met het organisatiebelang aan de ene kant en aan de andere kant het belang van de cliënt. Een kleine verandering bij de cliënt zien we als enorme winst. Bijvoorbeeld als hij door robot Phi rustiger is thuis. Of zichzelf niet meer pijn doet. Maar zo’n verandering is niet direct in geld uit te drukken aan de organisatiekant. Dat is mijn uitdaging: aan de organisatie uitleggen wat er nodig is voor cliënten. En cliënten blijven uitleggen dat dit een experiment is, waarbij we afhankelijk zijn van waar de organisatie naartoe wil.
Wanneer denk jij: hier doe ik het voor?
Als de meerwaarde voor de cliënt duidelijk wordt. Zo kregen we laatst een filmpje van een cliënt die mediteert met Phi. Ze vertelt dat ze er baat bij heeft, dat ze er rustiger door wordt. Dat Phi daarbij helpt, en dat ze de moeite neemt om er een filmpje van te maken… Daar doe ik het voor.
Hoe kijk je naar de toekomst?
Mijn droom is dat we nu gaan kijken naar mogelijke opschaling en verdere inbedding in de organisatie. Dat Philadelphia van dit gebakje een prachtige taart maakt. We krijgen over de 150 aanvragen voor robot Phi, maar Phi heeft ‘pas’ 65 keer gelogeerd. Ook moeten we veel aanvragen afwijzen, omdat cliënten niet kunnen lezen. Daarom zou ik graag het assortiment van robots en andere mens-machine interacties uitbreiden. Zodat cliënten zelf kunnen beslissen welke vorm van digitale zorg ze willen.
In ‘Mijn Vak’ laten we iedere maand een collega aan het woord over zijn of haar vak. Over wat dit werk zo leuk en bijzonder maakt. Maar ook over de uitdagingen. Wil jij ook werken bij Philadelphia?